Biografie
Ik over mezelf.
Exact acht minuten na mijn tweelingbroer Peter (en op dezelfde geboortedag als Elvis Presley en David Bowie) kwam ik op 8 januari 1967 ter wereld in het Diaconessenziekenhuis van Leeuwarden – het ziekenhuis dat destijds met scheidingen van Siamese tweelingen stuntte. Na enkele maanden verhuisde ik met mijn familie naar Drachten, het dorp met de hoogste dichtheid aan gereformeerde kerken en dat volkomen ten onrechte de ‘Diamant van het Noorden’ werd (en volgens mij nog steeds wordt) genoemd. Na een ellendige protestantse lagere schoolperiode (‘bloedige striemen doen het kwaad verdwijnen, slagen zuiveren het innerlijk’, Spreuken 20:30), kwam de bevrijding op de middelbare school waar ik onder regie van mijn leraar Engels debuteerde in het schooltoneelstuk Twelfth Night als Malvolio, die ik, zonder me hier overigens van bewust te zijn, speelde als een nicht als een paard.
Na mijn eindexamen VWO ging ik in Groningen op kamers wonen, om er Nederlands taal en letterkunde te studeren. Maar hoewel ik van de colleges Middelnederlands hield, begon de studie me op den duur toch te vervelen en koos ik voor de studie Kunst en Kunstbeleid. Vier jaar lang dompelde ik me onder in colleges filmanalyse, kunstgeschiedenis, kunstsociologie en –filosofieën, tot ik vlak voor het schrijven van mijn scriptie verliefd raakte, binnen een week mijn studie opgaf, mijn kamer opzegde, en vertrok naar de stad van de vrijheid: Amsterdam. Daar meldde ik me in een impuls aan voor een auditie, kwam terecht in ’s lands populairste soap en werd op slag een BN-er. Acht maanden hield ik dit duizelingwekkende leven vol. Toen bood ik mijn ontslag aan waarna mijn karakter zich tegen een boom te pletter reed. Om te ontsnappen aan de hectiek - en misschien ook wel uit boetedoening - zocht ik werk in de afwaskeuken van een restaurant en luisterde avonden lang naar kalmerende stemmen uit de radio. In die periode waagde ik me ook aan de regie van mijn allereerste voorstelling: ‘The Woods’ van David Mamet. Maar…. op de dag van de première brak de actrice haar arm en werd de voorstelling afgelast. Mijn hele familie uit Friesland was al afgereisd naar de hoofdstad.
Toch maakte ik het jaar daarop een nieuwe voorstelling ‘Glück’, die kennelijk de aandacht trok: ik werd uitgenodigd voor de Jekerstudio in Maastricht, waar ik lessen kreeg van o.a. Johan Simons die me vroeg een voorstelling bij Theatergroep jong Hollandia te maken. De voorstelling ging over Marokkaanse jongeren, die ik in coffeeshop Tomorrowland ontmoette en met wie ik wekenlang optrok. De Marokkanen werden gespeeld door als clowns geschminkte blanke acteurs. Nooit vergeet ik het misprijzende gezicht van de theaterdirectrice die me van racisme beschuldigde en me zei dat ik haar theater wel kon vergeten. (Toen ik tien jaar later in haar theater stond, bekende ze me dat haar mooiste theaterscène ooit over ‘een geharnaste neger’ ging). In diezelfde tijd meldde ik me aan voor een opleiding. Het werd DasArts, de door Ritsaert ten Cate pas opgerichte internationale opleiding voor theatermakers. Het was een wild prestigieus (en in sommige ogen pretentieus) theaterlaboratorium. Alles kon en mocht er, en aan geld leek geen gebrek te bestaan. Op deze plek ben ik artistiek geboren. Ik maakte er kennis met dans, performance, dramaturgie (Meg Stuart, Raimund Hoghe, Marianne van Kerckhoven), de chance operations van John Cage. Ook schreef ik er mijn allereerste tekst ooit: 888 vragen die ik op gevouwen papieren bootjes schreef en in mijn rubberbootje in de Leie in Gent losliet.
Na mijn artistieke geboorte richtte ik samen met enkele zielsverwanten een clubje op: The Glasshouse. We maakten voorstellingen met acteurs, filmmakers, componisten, musici, beeldend kunstenaars, dichters en rappers. Soms gebeurde dit op locatie, dan weer binnen de muren van het theater. Als beloning kregen we van het Fonds Podiumkunsten van 2008 t/m 2012 structurele subsidie. Maar met de komst van het geld devalueerde ook de artistieke verwantschap en toen de draconische bezuinigingen op cultuur werden doorgevoerd, besloot hetzelfde Fonds, ondanks hun positief advies, en door geldgebrek gedwongen, de subsidie te beëindigen. Na een periode van bezinning stroom ik weer over van ideeën. Pas geleden leverde ik mijn nieuwe toneelstuk bij een gezelschap in en momenteel werk ik aan een filmscenario. Ook bereid ik nieuwe voorstellingen voor en daarover hoort u vast binnenkort meer.
Kees R.
Opleiding
2002: Binger Film Instituut: scriptontwikkelingsprogramma. Diploma januari 2003.
2001: Binger Film Instituut: de tweede fase Filmacademie te Amsterdam, script- en scenarioschrijver.
2001: The Comic Toolbox: masterclass comedy schrijven voor televisie en film, door John Vorhaus
1998-2001: DasArts. (De Amsterdamse School Advanced Research in Theatre and Dance Studies), master in the arts degree, december 2000.
1996: Directing school Maastricht. ‘Jekerstudio`
1987-1992: Doctoraal Algemene Letteren Studies, variant Kunst en Kunstbeleid, richting Theater en Film, Rijksuniversiteit Groningen.
1986-1987: Propedeuse Nederlandse taal en letterkunde, Rijksuniversiteit Groningen.
1984-1986: VWO Ichtus College Drachten, Friesland
Werk
2017 Publicatie “Eclips en andere teksten”uitgeverij International Theatre & Film Books
2017 Oprichting Toneelschrijfhuis; een vrijplaats voor autonome toneelschrijvers i.s.m. Magne van den Berg, Lot Vekemans, Ditte Pelgrom, Martine Manten.
2016-2017 Toneeltekst Een jongen zoals Rishi, Firma Mes Den Haag.
2014 -2017 Filmscenario 11 Suggesties voor het Dagelijks Leven, regie Stefano Odoardi.
2014-2016 Docent scenarioschrijven HKU Utrecht, schrijversopleiding.
2014-2015 De Wierheit Fan Wylgeragea (de Wouden). Toneelstuk in opdracht van gezelschap Tryater. Regie Jos van Kan. Première november 2016.
2014 –2016 Edward Ontwikkeling filmscenario in opdracht van Kemna Casting i.s.m. Erik de Vries en Frank Krom.
2014 –heden. Adviseur Fonds Podiumkunsten.
2012 -2013 Farah Diba, Glasshouse, met Liz Snoijnk, en Harriet Stroet, vormgeving Daniel Ament, kostuum Aziz Bekkaoui (tekst en regie)
2011-2012 Melk en Bloed, Glasshouse, met Camilla Siegertsz, Hylke van Sprundel, Stephen Liebman, Heidi Arts, Angelique de Bruijne en Jobst Schnibbe. (tekst en regie)
2010 Hondenliefde, Glasshouse in coproductie met Ulrike Quade Company, met Ulrike Quade en Matthias Maat (tekst en regie)
2010 Pinter, Glasshouse, tekst Harold Pinter, met Marlies Heuer, Bart Klever, Carola Arons en Nasrdin Dchar (regie)
2010 Eclips, Glasshouse, Muziek: Micha Hamel. Met Titus Muizelaar, Huib Broos, Heidi Arts, Marina Kaptijn, Erik de Vries, Ntando Cele, Femke IJlstra, Annelies Vrieswijk, en Coen Kaldeway. (regie en tekst).
2009 Waterkou, Glasshouse, met Hans Dagelet en Rixt Leddy. (tekst en regie)
2009 Melk en Bloed, Zuidelijk Toneel, Hartstocht festival (tekst)
2008 Edward Kemna en zonen (filmscenario i.s.m. Erik de Vries)
2007 Surrender, Glasshouse (Met Titus Muizelaar, Erik de Vries en Ruben Lursen, (tekst en regie)
2007 Una Ballata Bianca, International Film Festival Rotterdam 2007 (film scenario)
2006 Titus Geen Shakespeare, Glasshouse, Tekst Gerardjan Rijnders. Met Titus Muizelaar, Erik de Vries, Loes Haverkort, Marina Kaptijn, Hein van der Heijden, Heidi Arts, Hossein Mardani, (bewerking en regie)
2006 Hamlet en Gertrude, Glasshouse met Cees Krijnen, Greta Blok en Henri van Tilburg, (concept en regie)
2005` Bang Bang Club, Glasshouse met Hein van der Heijden, regie Catherine Henegan (tekst en regieadvies)
2005` Zes Graden Cementfestival 2005 (tekst en regie), i.s.m. medewerkers ENCI cementfabriek Maastricht.
2005 Zes Graden Cementfestival Productiehuis Brabant. Oerolfestival Terschelling (tekst en regie). Met bewoners eiland Terschelling
2005 E21 Veemtheater Amsterdam, met Heidi Arts, Erik de Vries, Claire Fleury, Jos van Hulst, Heleen Bolle (idee en regie)
2004 Zucht, Stichting Werktuig, (idee en regie)
2004 Nog steeds niet, Productiehuis Brabant/Cement Festival Maastricht. Met Jos van Hulst, Ger Thijs. (tekst en regie)
2003 Finster Stimmen, Oerolfestival, met Gerardjan Rijnders, Ellen Rohrman, Erik de Vries, Marina Kaptijn (tekst en regie)